Wat is bekkenfysiotherapie?

Bekkenfysiotherapeuten hebben een speciale opleiding op het gebied van het voorkomen en behandelen van functiestoornissen en klachten binnen het gehele gebied van buik, bekken en lage rug bij vrouwen, mannen, kinderen en ouderen.

Het bekken, de gewrichtsbanden, de bekkenbodem en de bekkenorganen beïnvloeden elkaar wederzijds. Een klacht in het bekken kan leiden tot een klacht in de bekkenbodem en omgekeerd.

U kunt hierbij denken aan:

  • ongewild verlies van urine en/of ontlasting;
  • niet te onderdrukken aandrang om te plassen en/of te ontlasten, veel te vaak plassen;
  • moeizaam kwijt kunnen van ontlasting;
  • verzakkingen van blaas, baarmoeder of darmen;
  • pijnklachten in de onderbuik, rond de anus of de geslachtsdelen;
  • seksuele problematiek, gerelateerd aan functiestoornissen van de bekkenbodem;
  • voor en na operaties in de onderbuik;
  • bekkenpijn en lage rugklachten in de periode rond zwangerschap en bevalling;
  • bekkenpijn en lage rugklachten door andere oorzaken dan zwangerschap of bevalling.

Bij gezonde zwangere vrouwen is de begeleiding met name gericht op preventie van bekkenpijn en bekkenbodemdysfuncties.

Voorkomende problematiek

Soms ontstaan klachten door onwetendheid of een verkeerde manier van plassen of ontlasten, soms na meerdere blaasontstekingen of na buik- of prostaatoperaties. Hoewel minder bekend, komen ook bij mannen problemen voor die samenhangen met een niet optimale bekkenbodem functie. Bij gezonde zwangere vrouwen heeft de begeleiding van een bekkenfysiotherapeut vaak vooral een preventieve functie, namelijk het voorkomen van bekkenpijn en bekkenbodem problemen.

Een slecht werkende bekkenbodem kan verschillende oorzaken hebben:

  • zwangerschap(pen) en baring(en)
  • te lang urine of ontlasting ophouden
  • langdurig geforceerd persen
  • zware lichamelijke belasting
  • verkeerde lichaamshouding
  • veroudering van het weefsel
  • overgewicht
  • verkeerd gebruiken van de spieren
  • extreem snelle vermagering

Veel voorkomende klachten bij mannen

  • Plasproblemen (zwakke straal) Mannelijke bekkenorganen
  • Prostaatontstekingen
  • Verzakking van de darm of blaas
  • Aandrang incontinentie (urge)
  • Inspanningsincontinentie (stress)
  • Ontlastingsklachten (chronisch obstipatie)
  • Pijnklachten in de onderbuik, rond de anus of geslachtsdelen
  • Erectieproblemen
  • Andere seksuele problemen, samenhangend met de functie van de bekkenbodem
  • Postoperatieve klachten in het buik, lage rug en bekkengebied zoals na een prostaatverwijdering

Veel voorkomende klachten bij vrouwen

  • Bekkenpijn (ook wel bekkeninstabiliteit, symfysiolyse)
  • Pijn tijdens en na de zwangerschap in het bekkengebied
  • Verzakking van baarmoeder, blaas of darmen
  • Aandrang incontinentie (urge)
  • Inspanningsincontinentie (stress)
  • Ontlastingsklachten (chronisch obstipatie, verlies van ontlasting of windjes)
  • Pijnklachten in de onderbuik, rond de anus of geslachtsdelen
  • Seksuele problemen, samenhangend met de functie van de bekkenbodem (vaginisme, dyspareunie)
  • Bekkenpijn en lage rugklachten door een andere oorzaak dan zwangerschap of bevalling
  • Postoperatieve klachten in het buik, lage rug en bekkengebied, zoals na verzakkingoperaties

Samenwerking

Onze bekkenfysiotherapeuten werken nauw samen met andere disciplines zoals de huisartsen, urologen, gynaecologen, revalidatieartsen, maag-lever-darm artsen, chirurgen, seksuologen, internisten, psychologen, verloskundigen, manueel therapeut en continentie verpleegkundigen.

Behandelmogelijkheden

Het onderzoek bij de bekkenfysiotherapeut
Tijdens de eerste afspraak bespreekt u met de bekkenfysiotherapeut uw klachten. Er wordt een uitgebreid fysiotherapeutisch onderzoek verricht gericht naar uw klachten. Bij klachten van de bekkenbodem kijkt de bekkenfysiotherapeut naar uw houding, uw ademhaling en hoe u beweegt. Eventueel wordt een (inwendig) bekkenbodem functie onderzoek gedaan. Als er ook klachten van het bekken of de lage rug zijn doet de bekkenfysiotherapeut een functieonderzoek van uw bekken en lage rug.

Er wordt gekeken welke beperkingen er in het dagelijks functioneren zijn en welke verwachtingen u heeft. Ook kan de bekkenfysiotherapeut via specifieke meetmethoden (myofeedback) testen hoe uw spierkracht is. De conclusie uit het onderzoek wordt met u besproken evenals het behandelplan en/of het advies.

Tijdens het vraaggesprek dat vooraf gaat aan de behandeling vraagt de bekkenfysiotherapeut altijd toestemming voor een eventueel inwendig onderzoek en/of behandeling bij een volgende behandeling. Als u het vervelend vind om een inwendig onderzoek te ondergaan kunt u dat altijd zeggen en weigeren.

Oefentherapie

Uw behandeling kan bestaan uit oefentherapie. Meestal wordt er aandacht besteed aan een combinatie van de volgende behandelvormen: uitleg werking bekkenbodem, leren ontspannen in de bekkenbodem, ademtherapie, bewust leren gebruiken van de bekkenbodem, coördinatie training van de bekkenbodem, houdingscorrectie, rekoefeningen en stabiliteitstraining.

De bekkenfysiotherapeut kan bij de behandeling gebruik maken van apparatuur zoals myofeedback en elektrostimulatie of van hulpmiddelen zoals ballontraining. Deze middelen worden voornamelijk gebruikt om spiergroepen of functies die voor de patiënt onbekend zijn te leren voelen en te leren gebruiken. Hierbij worden hoge eisen gesteld aan de hygiëne en privacy.

Myofeedback

Myo is het Latijnse woord voor spier. Feedback is terugkoppeling. Letterlijk betekent het dus: terugkoppeling van spieractiviteiten. U krijgt dus informatie over dat wat uw spier doet. In spieren zitten elektromagnetische velden en die leveren “stroompjes” waar we gewoonlijk niets van voelen of zien. Is de spier ontspannen dan is de stroomactiviteit laag, maar is de spier aangespannen dan is de stroomactiviteit hoog.

Het is een vorm van onderzoek of training waarbij het resultaat van de spieractiviteit van de bekkenbodemspieren door de bekkenfysiotherapeut en uzelf waargenomen kan worden. Dit kan zowel zichtbaar als hoorbaar op een speciaal daarvoor ontwikkeld apparaat. De activiteit wordt zichtbaar gemaakt in een grafiekje (hoe meer u spant hoe hoger het lijntje). Een toontje kan aangeven of u ontspant (wordt zachter) of juist aanspant (wordt sterker).

Daarnaast kan de bekkenfysiotherapeut deze gegevens opslaan zodat deze in het verloop van de behandelingen kunnen worden vergeleken. Zo kunnen de behandelresultaten makkelijk geobjectiveerd worden.

Alleen uw activiteit wordt geregistreerd, u ontvangt dus geen elektrische prikkels!!

Functionele Elektro Stimulatie (FES)

Bij deze therapie wordt een probe in de vagina of anus gebracht. Met behulp van elektrische stroom spannen uw bekkenbodemspieren aan. Er zijn 3 redenen om voor deze therapie te kiezen:

Dit wordt gebruikt als uzelf uw bekkenbodemspieren te weinig kunt aanspannen. Zo leert u ze weer te gebruiken. Hierdoor kunt u de oefeningen ook beter volhouden en op de goede manier leren aan te spannen.
Bij remming van de pijn gaat het erom andere prikkels aan het lichaam te geven waardoor een vicieuze cirkel van pijn wordt doorbroken.
Bij een overprikkelde blaas kan deze tot rust gebracht worden via een reflexbaan door het activeren van de bekkenbodemspieren met een specifieke frequentie.

Rectale Ballontraining

Bij deze therapie wordt een speciale ballon in de anus gebracht. Door de ballon met lucht te vullen, weten we of u vulling in het rectum waarneemt en bij hoeveel vulling u een gevoel van aandrang krijgt. Verder kunnen we zien hoeveel vulling u maximaal kunt opslaan in het rectum.

Vervolgens kunnen we met de ballon het gevoel van waarneming trainen en de capaciteit vergroten. Soms wordt de ballontraining ook vaginaal gebruikt om de doorgang te vergroten.

Andere behandelvormen

De bekkenfysiotherapeut kan u ook behandelen met een buikmassage, Triggerpoint behandeling, blaastraining en toiletadviezen.

Voor meer informatie kan u doorklikken naar de volgende pagina′s over deze specialisatie.

Bekkenpijn

bekkenpijn-bekkenfysiotherapieHet bekken bestaat uit een ring die gevormd wordt door drie botstukken: twee darmbeenderen met het heiligbeen ertussen. Tussen de drie botstukken bevinden zich drie gewrichten.
De botstukken worden op hun plaats gehouden door banden. Deze banden kunnen verzwakt raken. Dit kan gebeuren in de loop van een zwangerschap, veroorzaakt door de werking van hormonen. Ook kan een ongeval of een moeilijke bevalling deze verslapping veroorzaken. De banden raken dan overbelast, geïrriteerd en soms beschadigd. Dit Bekkenverwringingveroorzaakt pijn. Deze pijn treedt vaak op bij ongelijke belasting, bijvoorbeeld wanneer u op één been staat. Er treedt dan een lichte verschuiving op in de bekkenring. Bij veel mensen verdwijnen de klachten binnen enkele maanden. Er is echter ook een groep die pijnklachten houdt, hun klachten worden chronisch.
Mensen met pijn krijgen angst om te bewegen: bewegen doet immers pijn. Door minder beweging nemen de lichamelijke conditie, spierkracht en beweeglijkheid geleidelijk af. Dat kan weer problemen geven in het dagelijks functioneren bijvoorbeeld tijdens bukken, tillen en lopen.
PijncirkelMensen met chronische pijnklachten komen hierdoor in een vicieuze cirkel terecht. Om pijn te vermijden gaan zij zichzelf ontzien. Daardoor nemen spierkracht, beweeglijkheid en conditie af en krijgen ze weer sneller klachten. Naast deze fysieke factoren zijn ook emotionele en maatschappelijke factoren van invloed. Er is vaak boosheid en verdriet vanwege de beperkingen; men kan thuis en op het werk niet functioneren zoals men zou willen en spanningen kunnen optreden. Het kost veel energie om daar goed mee om te gaan.

De bekkenfysiotherapeut kan u helpen de balans te hervinden in de juiste hoeveelheid activiteit met de juiste spanning van de omliggende spieren.

Darmklachten

darmklachten-bekkenfysiotherapieWat is normale ontlasting?
Ontlasting bestaat uit onverteerde voedselresten, darmbacteriën en water en is donkerbruin van kleur. Door de voeding kan de ontlasting echter ook een soort ‘kleurspoeling′ ondergaan. Zo wordt hij bijvoorbeeld rood door het eten van bietjes en groen na het eten van spinazie. Ook dan is er niets aan de hand. Normale ontlasting is vrij soepel en kan gemakkelijk afgevoerd worden. Eenmaal buiten het lichaam ziet de ontlasting eruit als een drol.
Ontlasting die te veel water bevat, is dun of brijachtig. Is de ontlasting droog en hard, dan heeft de ontlasting te lang in de dikke darm gezeten en is er te veel water uitgehaald.

 

Wat is verstopping?
De ene mens heeft elke dag ontlasting, een ander zelfs meerdere keren per dag en weer een ander slechts om de andere dag. Dat is allemaal normaal, want iedereen is anders en wat voor de één geldt, hoeft voor een ander niet zo te zijn. We spreken pas van verstopping of obstipatie als u minder dan drie keer per week ontlasting produceert of als dit alleen lukt door heel hard te persen.

Wat zijn de klachten?

  • Slechts één of twee keer per week ontlasting.
  • Harde, droge ontlasting.
  • Pijn bij het poepen. Door harde ontlasting kunnen scheurtjes of kloofjes in de anus ontstaan. Als hier nieuwe ontlasting langskomt, voelt u een hevige, scherpe pijn.
  • Poepvegen. Als de darm heel vol is, kunnen dunne beetjes poep langs de harde brokken weglekken. Dit heet ook wel paradoxale diarree of overloopdiarree.
  • Het gevoel dat er na de stoelgang nog ontlasting is achtergebleven.
  • Aambeien. Als u vaak last hebt van verstopping en hard moet persen om uw ontlasting kwijt te raken, kunnen er aambeien ontstaan. Dit zijn plaatselijk opgezwollen en sterk doorbloede gedeeltes van de slijmvliesbekleding van het laatste deel van de endeldarm en de anus. Aambeien kunnen heel pijnlijk zijn, zeker wanneer ze uitzakken en in de anus bekneld raken. Soms gaan ze stuk en dan zit er helderrood bloed bij de ontlasting.

Wat zijn de oorzaken?
Verstopping ontstaat als de ontlasting te lang in de dikke darm zit. Hierdoor wordt er te veel vocht aan onttrokken en wordt de ontlasting hard en droog.
Meestal is verstopping het gevolg van verkeerde leef- en eetgewoontes; te weinig lichaamsbeweging, vezelarme voeding en onvoldoende drinken. Vaak gaat het om een combinatie van deze factoren. U krijgt harde ontlasting als u bij aandrang niet meteen naar het toilet gaat maar dit een tijd uitstelt. Immers, hoe langer de ontlasting in de endeldarm zit, hoe meer hij uitdroogt. Het kan ook zijn dat u tijdens de stoelgang de bekkenbodemspieren niet voldoende ontspant, zodat u niet helemaal uitpoept of de ontlasting afknijpt. Ook kan een darmverzakking uw stoelgang bemoeilijken.
Er zijn nogal wat geneesmiddelen die als bijwerking verstopping kunnen veroorzaken zoals: kalmerende middelen, pijnstillers, slaapmiddelen, staalpillen en langdurig gebruik van bepaalde laxeermiddelen.

Wat is ontlastingscontinentie?
Ontlastingsincontinentie is het niet kunnen ophouden van ontlasting. Hier wordt in het dagelijks leven weinig of niet over gesproken. Er rust nog steeds een groot taboe op. Als men het over incontinentie heeft, wordt vrijwel altijd urine-incontinentie bedoeld, het niet kunnen ophouden van de urine. Mensen schamen zich voor hun kwaal en praten er met niemand over, zelfs niet met hun huisarts. Ontlasting verliezen is allesbehalve leuk, maar er is gelukkig meestal wel iets aan te doen.

Hoe werkt een ‘gezonde′ controle over de ontlasting?
De ontlasting gaat vanuit de dikke darm naar het laatste deel, de endeldarm. Deze kan een vrij grote hoeveelheid ontlasting opvangen omdat hij flink kan uitzetten. Pas als de endeldarm vol is, krijgen we aandrang, het signaal om naar het toilet te gaan. Op dat moment komt er druk te staan op de anus. Gelukkig zorgt de kringspier van de anus ervoor dat de ontlasting blijft waar hij is, tot we op het toilet zitten en de kringspier het sein geven: alles OK, de poort mag open. De ontlasting komt dan terecht op de plaats van bestemming: de toiletpot.
Hebben we op het moment van aandrang geen gelegenheid om naar het toilet te gaan, bijvoorbeeld omdat er geen toilet in de buurt is, dan kunnen we de toiletgang normaal gesproken rustig een tijdje uitstellen. Het aandranggevoel verdwijnt en komt pas terug op het moment dat er weer nieuwe ontlasting in de endeldarm terechtkomt.
Bij het ophouden van de ontlasting spelen de bekkenbodemspieren een belangrijke rol. De bekkenbodem is de spierplaat onder in de buikholte die, behalve bij de stoelgang, ook een rol speelt bij het ophouden van urine en het ondersteunen van organen in de buikholte.

Anale_hoek-bekkenfysiotherapie

De bekkenfysiotherapeut kan samen met u kijken of uw leef- en eetgewoontes klachten kunnen veroorzaken en hoe de functie van uw bekkenbodemspieren is. Als de functie niet goed is kan de bekkenfysiotherapeut u helpen deze functie te verbeteren.

Incontinentie

Vormen van incontinentie

incontinentie-bekkenfysiotherapieStressincontinentie is ongewild urineverlies bij inspanning – zoals hoesten, tillen, vrijen, sporten, lachen – wordt door artsen in Nederland ‘stress′ incontinentie genoemd.

Stress betekent in dit geval ′druk′, een druk die in de buikholte ontstaat door inspanning. Daardoor verliest u urine. Zonder dat u daar de aandrang voor voelt. De aandoening wordt ook wel ′inspanningscontinentie′ genoemd. Het komt veel voor: 1 op de 4 vrouwen van boven de 35 jaar heeft er last van.

Er kunnen verschillende oorzaken zijn, zoals bevalling(en), uw leeftijd, COPD en overgewicht.

Urge-incontinentie wordt ook wel ‘aandrang′ incontinentie genoemd. Dat betekent dat de aandrang om te plassen plotseling opkomt en niet kan worden onderdrukt. Ook is er vaak sprake van een verhoogde frequentie; de aandrang treedt vaker op. Het gebeurt zowel overdag als ′s nachts. De blaas is feitelijk overactief.

Er kunnen verschillende oorzaken zijn, zoals ontsteking, medicijnen of suikerziekte. Urge-incontinentie blijkt een grotere psychosociale impact te hebben dan stressincontinentie.

Gemengde incontinentie is een combinatie van urge-incontinentie en stressincontinentie. In één op de drie gevallen gaat urge-incontinentie gepaard met stressincontinentie.

Nadat de arts de diagnose ‘gemengde incontinentie′ heeft gesteld, bespreekt hij/zij de verschillende behandelingsmogelijkheden met u. Meestal wordt eerst de urge-incontinentie behandeld. Indien noodzakelijk, wordt daarna de stressincontinentie behandeld.

Overige vormen van incontinentie
5% van alle vrouwen met ongewild urineverlies hebben een andere vorm dan stressincontinentie of urge-incontinentie.

Reflexincontinentie (ook: neurogene incontinentie genoemd) wordt veroorzaakt door reflexen in het ruggenmerg. Deze reflexen worden op hun beurt veroorzaakt door het ontbreken van de aandrang om te plassen, ten gevolge van stoornissen in de zenuwen van de blaasspier en/of de sluitspieren. Reflexincontinentie treedt bijvoorbeeld op na een dwarslaesie of bij Multiple Sclerose (MS).

Bij een Functionele incontinentie is het urineverlies onvoorspelbaar. De oorzaak is niet gynaecologisch (blaas, urinebuis of bekkenbodem), maar een gebrekkig functioneren van het lichaam in het algemeen. Dit kan zowel een psychische als een lichamelijke oorzaak hebben.

Overloopincontinentie wordt veroorzaakt door een uitgerekte of ‘overlopende′ blaas. Als door een stoornis de volle blaas niet op een normale manier geleegd kan worden, loopt de blaas over en treedt er urineverlies op. Overloopincontinentie wordt veroorzaakt door het niet meer reageren van de blaas op prikkels om zich samen te trekken. De aandoening komt zeer zelden voor bij vrouwen.

Handige “plas-weetjes”:

  • Gemiddelde plasfrequentie: 6 tot 8 keer per dag, 0-1 keer ′s nachts.
  • Plas inhoud: 200-500 mI.Vochtintake: ± 1,5 tot 2,0 liter. Meer dan 2,5 liter is niet nodig.
  • Te weinig drinken wil niet altijd zeggen dat u ook minder vaak moet plassen.
  • Beperk alcohol, koolzuurhoudende dranken, koffie en thee. Hier zitten stoffen in die vocht afdrijven èn de blaas extra prikkelen!. Ga niet persen tijdens het plassen. Als u perst wordt de urineleider een beetje afgesloten waardoor plassen alleen maar moeilijker gaat.Probeer uw blaas helemaal leeg te maken als u plast.Ga recht op zitten op het toilet. Het is dan makkelijker om helemaal uit te plassen (zie hieronder).

houding-plassen-bekkenfysiotherapieVoor het plassen gaat u rechtop op de wc zitten. De voeten plat op de grond en licht naar buiten gedraaid zoals ook de knieën. De kleding laat u tot over de knieën zakken. Nu probeert u de bekkenbodem te ontspannen om goed te kunnen plassen, hiervoor neemt u rustig de tijd. Bent u klaar spant u de bekkenbodem een keer aan en laat weer los, daarna kantelt u het bekken een beetje heen en weer om de blaas goed te legen. Voor het opstaan nog een keer aanspannen om nadruppelen te voorkomen.

houding-ontlasting-bekkenfysiotherapieVoor de ontlasting gaat u met een wat bollere rug op de wc zitten, de rest van de uitgangshouding is hetzelfde als hierboven beschreven. Liever niet persen. Als u toch wat druk nodig hebt om te kunnen ontlasten gebruik dan een goede perstechniek: Hapje lucht nemen, stop met ademen, mond los, buik uitzetten (bol maken), anus open zetten, druk opbouwen naar de anus.

 

Eet veel vezels. In bijvoorbeeld volkoren brood, muesli, cornflakes, of volkoren crackers zitten veel vezels. Door het eten van vezels blijft de ontlasting soepel en raken uw darmen niet verstopt. Dan hoeft u niet zo hard te persen op de WC. Zorg dat u niet te dik bent. Dat kunt u doen door verstandiger te eten en meer te bewegen. Als u minder dik bent, dan wordt u blaas en uw bekkenbodem minder belast.

Seksuele klachten

Een goede functie van de bekkenbodemspieren is essentieel bij de geslachtsgemeenschap. De bekkenfysiotherapeut kan bij deze functie stoornissen, vaak in een multidisciplinaire setting, een bijdrage leveren in het verbeteren van de functie van de bekkenbodemspieren.

Klachten bij seksuele disfunctie

  • minder ‘gevoel′ hebben bij het vrijen
  • pijn in het bekkenbodemgebied
  • moeilijker tot een orgasme komen
  • urineverlies tijdens het vrijen
  • urineverlies bij een orgasme
  • pijn bij het vrijen
  • angst bij seksuele gemeenschap
  • perineale pijn, uitstralend naar liezen, onderbuik, balzak of penis
  • ejaculatiepijn

Vaginisme en Dyspareunie
Zowel overactiviteit als onderactiviteit van de bekkenbodemspieren kan seksuele klachten veroorzaken. AIs de bekkenbodem overactief is kan de vagina nauw aanvoelen. Ook is het mogelijk dat het binnendringen moeilijk of niet mogelijk is. Vaak is er geen aanwijsbare oorzaak voor deze overactiviteit en gebeurt het onbewust. Een eerdere nare ervaring in het bekkenbodem gebied kan een mogelijke oorzaak voor een overactieve bekkenbodem zijn. Door de trek aan de aanhechtingen van spieren kunnen die overbelast en pijnlijk worden. Door de hoge spanning is de spier snel vermoeid en dat kan zich uiten in (spier) pijn uitstralend naar de onderrug, de buik, de schaamstreek en de liezen. Bij een slechte doorbloeding door overactiviteit van de bekkenbodem kunnen er huidproblemen ontstaan.

Trigger Point en uitstralende pijn bij prostaatklachten

Trigger Point en uitstralende pijn bij prostaatklachten

 

Erectiestoornissen en Prostatitis
Ook kan er door overactiviteit van de bekkenbodemspieren een circulatievermindering ontstaan, waardoor er op termijn pijnklachten kunnen ontstaan. Een slechte circulatie in het kleine bekken kan aanleiding geven tot impotentie en/of erectiestoornissen bij de man. Hierdoor kan faalangst ontstaan wat psychische remmingen kan veroorzaken.

Bij een onderactieve bekkenbodem kan de steunfunctie van de bekkenbodem verminderd zijn en kunnen de organen verzakken. Hierdoor hangen de organen lager en kunnen druk geven op de voor- en of achterwand van de vagina. Zo ontstaat minder ruimte in de vagina. Dat kan (stoot)pijn of een onaangename wrijving veroorzaken. Door onderactiviteit van de bekkenbodem kan urineverlies optreden als de buikdruk verhoogd. Dit kan tijdens het vrijen of een orgasme voorkomen.

De bekkenfysiotherapeut kan u helpen het juiste gebruik van de spieren weer aan te leren.

Verzakkingen

Een prolaps is in het algemeen beter bekend onder de naam verzakking. Een verzakking is een afwijking van de ligging van de organen in het kleine bekken. Dit komt voornamelijk voor bij vrouwen. Een liggingafwijking is vaak het resultaat van een slecht werkend ondersteuningsapparaat.
Hoe kan een prolaps/verzakking aanvoelen?

Typische klachten die optreden bij een verzakking zijn:

  • buikpijn onderin de buik
  • een zwaar gevoel in de buik
  • pijn in de onderrug
  • veranderingen in uw plas en /of ontlastingsgewoonten
  • pijn tijdens en/ of na de geslachtsgemeenschap
  • een drukkend gevoel van onderen

In de praktijk is gebleken dat dankzij gerichte oefentherapie aangestuurd door de gespecialiseerde bekkenfysiotherapeut, lichte vormen van verzakkingen kunnen worden opgeheven en erger kan worden voorkomen. Het zijn niet alleen de oefeningen die verantwoordelijk zijn voor een positief resultaat, maar ook de adviezen en instructies die gegeven worden over het algemeen dagelijkse leven aangepast op de individuele patiënt en zijn individuele situatie.

Postoperatieve klachten

Direct na een operatie in de lage buik kan er pijn, een wond, wondvocht, zenuwschade en zwelling zijn in het operatiegebied. Er kunnen beschadigingen zijn en de blaas kan extra prikkelbaar zijn. Dit kan het gevoel van aandrang veranderen. Meestal herstellen deze klachten spontaan. Maar deze klachten kunnen ook aanleiding geven tot een (blijvende) overactiviteit, circulatiestoornis of pijn in de bekkenbodem.

In de eerste 4 tot 6 weken na de operatie wordt aangeraden niet zwaar te tillen of andere dingen te doen die de druk op de buik verhogen. Het gaat dan bijvoorbeeld om zaken zoals sporten, snel opstaan en zwaar tillen. Met wandelen en het doen van licht huishoudelijk werk kan direct gestart worden. Na 4 tot 6 weken kan de normale belasting langzaam opgepakt worden qua werk.

Vanaf ongeveer 6 weken na de operatie kan er weer geoefend worden in de bekkenbodemspieren voor een goede:

  • plasfunctie en stoelgang
  • coördinatie (de juiste spier spannen, sluiten en liften)
  • kracht (sterkte van de aanspanning)
  • explosieve snelle kracht
  • duurkracht (hoelang kan er aangespannen worden)
  • uithoudingsvermogen (hoe vaak kan een aanspanning herhaald worden)
  • goede bekkenbodem functie tijdens activiteiten van het dagelijks leven (ADL), sport, werk (juiste aanspanning op het juiste moment).

spanning_bil-bekkenfysiotherapie

De bekkenfysiotherapeut kan u helpen de juiste activiteit weer aan te leren voor een optimale functie van uw bekkenbodem na uw operatie en om nieuwe klachten in de toekomst te voorkomen.